Ra van der Hoek (Leeuwarden 1959)
Academie voor Beeldende Kunst Vredeman de Vries, Leeuwarden, 1984-1988
Det Kongelige Danske Kunstakademi, Kopenhagen, Denemarken 1988-1989
Ra, je kwam 35 jaar geleden van de academie en toen?
Na mijn terugkeer uit Kopenhagen werkte ik voornamelijk met papier, ik scheurde, vouwde en schilderde op Deense, meerlagige papieren vuilniszakken. Ik kwam daarmee in een warm bad terecht. Een galerie in Leeuwarden, Galerie Eewal, omarmde mijn experimenten meteen en bijna als vanzelfsprekend werd elke nieuwe aanvoer tentoongesteld. Zo was ik verzekerd van een podium met een achterban van enthousiaste verzamelaars. Meer plekken volgden, onder andere een museum kocht werk aan, ik kreeg een cultuurprijs.
De allereerste recensie, geschreven door Sikke Doele, verscheen in 1991 in de Leeuwarder Courant.
Alles begon heel mooi op z’n plek te vallen. Het is makkelijk om dan maar een beetje zo door te kabbelen. Maar ik wilde ook andere kanten ontdekken, andere dingen maken. Het digitale tijdperk was aangebroken, dat omarmde ik.
Was dat het moment waarop Dutch Noodles ontstond?
Dutch Noodles ontstond in de tijd waarin elke kunstenaar zich online begon te presenteren met een eigen website. Het was gebruikelijk je eigen naam daarvoor te gebruiken. Om mijn website ‘ravanderhoek’ te noemen, dat vond ik toen veel te ego-tripperig, dat voelde niet goed. In 2003 begon ik daarom te werken onder pseudoniem, ik verzamelde twee fictieve kunstenaars met mij erbij in Dutch Noodles, ik verdriedubbelde mezelf tot een collectief van kunstenaars. Ik lanceerde de website dutchnoodles.com. Beeldende kunst als een soort eettentje, met onder andere een ‘contemplate-service’ en een ’take-away’, Ik had veel plezier in het maken van animatiefilmpjes, de hele website bestond uit bewegende noedelkommen. Het gaf me de mogelijkheid ineens heel andere dingen te maken zonder dat mijn naam daaraan kleefde. Ik kon nu Philip Ernst laten werken met stenen die ik aan de Deense kusten had verzameld. Een geëngageerd kunstenaar met een groot hart voor de wereld was hij. En Ande -in een recensie werd hij omschreven als een nar- kon ik laten stoeien met taal en met visuele varianten op haiku. Er was onderlinge chemie, er ontstond een bloeiende samenwerking tussen ons drieën.
In 2006 kwam Dutch Noodles in de vorm van een tentoonstelling tot een visueel hoogtepunt in Museum Martena. -Lees artikel.
Mijn schildertijdperk kwam langzaam ten einde. Ik werd steeds vaker gevraagd om samen te werken aan projecten en ik ging ook weer studeren. Ik begon onder andere in opdracht kunsteducatie te ontwikkelen. Op een gegeven moment was ik meer buiten mijn werkplaats dan erin, rolde van het een in het ander en ik heb ontzettend veel geleerd. Maar je begrijpt dat de continuïteit helemaal uit het schilderen verdween. Ik werkte alleen nog digitaal, met behulp van iPad en camera. In 2019, dertig jaar na de academietijd heb ik de knoop definitief doorgehakt. In dat jaar ben ik helemaal gestopt met schilderen. Mijn studio werd teruggebracht tot een rugzak met flexibele vakjes, waar een camera in past en een lens en een laptop. Maar toch ook een potlood. Want ik heb nog wel altijd een stapeltje notitieboekjes om me heen, ik moet nog steeds van alles noteren.
Waar komt die interesse voor het noteren vandaan?
Zolang ik me kan herinneren is notities maken belangrijk. Voor mij was het aantrekkelijker dan spelen met speelgoed of rondhangen met leeftijdgenoten. Ik tekende lijnen, letters, figuren, alles. Met behulp van de verbeelding werd mijn perspectief breder. Zodra ik kon lezen en schrijven, dus ongeveer vanaf mijn zesde, dompelde ik me onder in stripverhalen. In de jaren zestig waren die helemaal in opkomst. Met mijn moeder verbleef ik in de zomervakanties aan de Belgische kust. België was een stripverhalen paradijs. Mijn moeder kocht die stripalbums ruimhartig voor mij, waarvoor ik haar heel dankbaar ben. De combinatie van getekend beeld en taal gaf me een zee van ruimte en mogelijkheden. De verhalen wakkerden misschien wel een vorm van avontuur, van moed in mij aan, een mindset die verder reikte, voorbij mijn eigen kleine grenzen. Ik ontdekte een wereld van beeld en taal, waarin ik me geen buitenbeentje meer hoefde te voelen, waar al het wonderlijke normaal is. Ik noteerde alles wat er maar in mijn kinderhoofd op kwam en liet mijn fantasie de vrije loop. Ik had een blauwe bic-balpen en een kladblok. Als het blok nog vers was, dan veerde de balpen heel lekker op het papier. Het liefst zat ik dan ergens verborgen met mijn schrijfspullen. Onder een tafel of als stille passagier op de achterbank bij mijn ouders in de auto. Ik begon schrijfsels te publiceren in de jaren negentig. Ik schreef en tekende onder andere wekelijks een column voor een dagblad.
Nu werk je dus hoofdzakelijk met de camera. Kun je vertellen hoe je daar mee bezig bent?
Ik heb vooraf niet een uitgesproken plan. De camera is een geweldig instrument, vanuit het kijken ontstaat het maken en dat brengt me soms bij een geheimzinnige stroom. Op sommige momenten is het alsof niet ik de camera, maar de camera mij meeneemt. Ik sta in dienst van wat zich op dat moment, op die locatie voordoet. Op gewone plekken, plukjes natuur in stedelijk gebied, in de buurt van waar ik verblijf. Daar verwacht je misschien niet direct iets te vinden dat het vermelden waard is, maar juist daar klinken de zachte stemmen.
Ik werk ook heel graag in mijn tweede thuisland Denemarken, waar kleine, verlaten strandjes met een schat aan stenen zijn. Eigenlijk bezoek ik steeds opnieuw dezelfde plekken. De magie zit ‘m in het aandachtig zijn en niet zozeer in de locatie.
Wat drijft je?
Elke dag ontstaat opnieuw van binnen de drang om te maken. Lijnen tekenen op mijn iPad is als mijn ene been voor de andere zetten, het gaat vanzelf. Waarnaartoe? Als ik begin heb ik nog geen idee. Als ik ’t de ruimte durf te geven, vertrouwen heb, dan valt alles op z’n plek. Zo gaat het ook als ik met de camera werk. Vanuit de verwondering komen onverwachte dingen tevoorschijn. Een tuin bezoeken met een open vizier helpt de samenhang te zien. Ik hoop dat het werk dat ontstaat de beschouwer ervan een sprankje van die inspiratie meegeeft.
Kunnen we je werk ook zien als een tuin?
Leuk dat je dat zegt, een mooie gedachte. Ik wil de beschouwer graag uitnodigingen ‘de tuin’ binnen te gaan. De assemblages, samengesteld uit stenen die ik heb verzameld vullen de beelden aan die digitaal tot stand zijn gekomen. De steenobjecten helpen dan de focus op een fotografisch werk te verscherpen, ze geven de suggestie van een ruimere context.
Naast beeldend kunstenaar is Ra van der Hoek artistiek leider en tentoonstellingsmaker voor cultureel podium, rijksmonument De Utrecht in Leeuwarden.
bleek onder de microscoop
een hooiberg te zijn
________________________ra van der hoek #haiku