De Noordse stormvogel, Fulmarus glacialis, is het meest mysterieuze wezen dat ik ooit heb gezien. Ik zag de mallemuk, de…
sea air | zeelucht
In een smalle, diepe hotelkamer met zeezicht zijn twee bedden achter elkaar geplaatst. In de smalle passage die overblijft om naar het balkon te lopen staat een wandrek tegen de muur gedrukt voor kleding. De kamer is een langgerekte schoenendoos voor de schoenen van een slanke reus met smalle voeten. De schoenendoos eindigt in een groot raam van vloer tot plafond en van wand tot wand, met een glazen deur. Je stapt op een balkonnetje, groot genoeg om zeelucht op te snuiven en enorm te genieten van het uitzicht. De schuimende zee. Het lonkende Kattegat.
Rechts zie je een vissershaven met kleine restaurantjes. Oplettende meeuwen verzamelen zich op een platform boven het water. Blauwe kotters met gekleurde vlaggen druppelen binnen met de vangst van de dag. Wandelaars zetten hun kragen op of dragen capuchons en sjaals. Er staat een stevige wind.
Op het achterste bed in de reuzenschoenendoos slapen mijn camera, lenzen en laptop, geheugenkaartjes en kabelkluwen. In de schoen het dichtst bij zee ga ik slapen.
Overdag ga ik op stap met de cameraspullen. Ik loop voorop, de nog doezelende camera schuilt nog even in mijn rugzak. We gaan uit varen zonder boot. Uit jagen zonder geweren. Uit vissen zonder netten.
De wind is gestild. Mijn rugzak mag af zodra het magische winterlicht de stenen aanraakt. Dan mag de camera voorop en spelen we samen dat we hier zijn. Zandkorrels glinsteren als juwelen. Stenen badderen. Zeewier dat in lange slierten is aangespoeld droogt korrelig en vettig op.
sea air
In a narrow, deep hotel room with a sea view, two beds are placed one behind the other. In the narrow passage that remains to walk to the balcony, a wall rack is pressed against the wall for clothing. The room is an elongated shoebox for the shoes of a slender giant with narrow feet. The shoebox ends in a large floor-to-ceiling and wall-to-wall window, with a glass door. You step onto a balcony, large enough to breathe in the sea air and enjoy the view. The foaming sea. The beckoning Kattegat.
On the right you see a fishing port with small restaurants. Watchful seagulls gather on a platform above the water. Blue cutters with colored flags trickle in with the catch of the day. Hikers turn up their collars or wear hoods and scarves. There is a strong wind.
My camera, lenses and laptop, memory cards and cable tangle sleep on the back bed in the giant shoebox. I go to sleep in the shoe closest to the sea.
During the day I go out with the camera gear. I walk in front, the camera, still dozing, hides in my backpack for a while. We’re going to sail without a boat. Hunting without guns. Fishing without nets.
The wind has calmed down. My backpack can be taken off as soon as the magical winter light touches the stones. Then the camera can go first and we play together, we pretend that we are here. Grains of sand glitter like jewels. Bathe stones. Seaweed that has washed up in long strands dries grainy and greasy.