De Noordse stormvogel, Fulmarus glacialis, is het meest mysterieuze wezen dat ik ooit heb gezien. Ik zag de mallemuk, de…
habited world | bewoonde wereld
Toen ik een jaar in het opgeruimde Charlottenlund woonde, ten noorden van Kopenhagen, liep ik vaak ‘s avonds als het net donker was langs de villa’s. De cabrio’s stonden aan het eind van de dag weer op de oprijlanen, bewoners waren onzichtbaar binnen. Kinderen werden naar bed gebracht, de avondkranten werden doorgenomen. Maar in de tuinen lagen nog half gevulde kruiwagens in de schemering, met twee kleurige tuinhandschoenen over een handvat heen geslagen. Een vergeten hark leunde tegen een boom. Ergens anders stonden nog kopjes op een tuintafeltje. Achtergebleven kruimeltjes op een bordje werden door een vogeltje verorberd. Er slingerde overal speelgoed rond op de grasvelden. Een voetbal, een tennisracket.
Als wasgoed dat stil te drogen hangt tussen de gevels van een Venetiaans binnenplaatsje, zonder dat er een mens te zien is. Of zoals een dweiltje net buiten een raam met dichte luiken in een piepklein Frans dorpje.
Hedendaagse gebruiksvoorwerpen lagen er als wasgoed en dweiltjes in een Deense villawijk. De volgende dag als vanzelfsprekend weer paraat om zin te geven aan een nieuwe dag. Ik zag elke avond haarscherp hoe de mensen hun lapjes grond zich helemaal eigen hadden gemaakt tot informele, persoonlijke bedoeninkjes
habited world
When I lived for a year in tidy Charlottenlund, north of Copenhagen, I often walked past the villas in the evenings just after dark. The convertibles were back on the driveways at the end of the day, residents were invisible inside. Children were put to bed, the evening papers were read. But in the gardens, half-filled wheelbarrows still lay in the twilight, two colored gardening gloves slung over a handle. A forgotten rake leaned against a tree. Somewhere else there were still cups on a garden table. Leftover crumbs on a plate were eaten by a bird. There were toys scattered all over the lawns. A football, a tennis racket.
Like laundry that hangs to dry quietly between the facades of a Venetian courtyard, without a human being in sight. Or like a mop just outside a shuttered window in a tiny French village.
Contemporary utensils, such as laundry and floor cloths, lay there in a Danish residential area. The next day as a matter of course ready to give meaning to a new day. Every evening I saw clearly how people had made their patches of land their own into informal, personal affairs.