De Noordse stormvogel, Fulmarus glacialis, is het meest mysterieuze wezen dat ik ooit heb gezien. Ik zag de mallemuk, de…
oxygen | zuurstof
Achter wagenwijd openslaande deuren begint de tuin. Het einde is zo ver weg dat je het ervaart als een oneindige ruimte. Een eindeloos gazon, groener dan groen. Met naaldbomen en kippen en een konijn. Mijn zintuigen ademen het groene groen en de eindeloze ruimte zoals ik het nooit eerder zag. Er is zuurstof, maar als vijfjarige ken ik dat woord nog niet. Het voelt als ruimte om er helemaal te mogen zijn.
Achter in de tuin (je loopt niet gewoon, maar rent er naartoe) hangt een schommel aan een boom. Daar ga ik voorzichtig op zitten en dan word ik zachtjes geduwd. Ik ben een dag geen enig kind. Iedereen is vrolijk, dat doet het groen. Het is zondag en tante maakt macaroni. De volwassenen zitten op rieten stoelen en praten. De tuin is buiten en daar ben ik ook. Al ben ik meer van het ‘binnen’ en geen beweger. Toch ben ik in de grote tuin en ik geniet van harmonisch groen, ik ben verbonden met de aarde en met de hemel via de schommel. Het is zondag. De dag waarop de tuin, de hemel, de aarde zich openen voor mij. Niet voor mijzelf, maar voor een groter ik-je.
Ik weet nog hoe de boom zuurstof blies via de schommel over het grasveld. Zuurstof in de vele varens die groener dan groen groeiden naar het licht. Zuurstof in de zondag. Zuurstof in de macaroni. Zuurstof in de kinderen die niet op konden houden met schommelen en met het steeds hoger en hoger duwen van de schommel met mij erop. Het voelde als ‘ruimte’.
Wat me nog te binnen schoot is hoe een woud van rieten stoelen leefde en kraakte toen de macaroni was opgegeten en iedereen weer was verdwenen. De stoelen schommelden, kraakten en dansten tot diep in de nacht en er was helemaal niemand die dat zag.
Ik zat stilletjes op de achterbank en staarde tevreden naar de sterren.
oxygen
The garden begins behind wide French doors. The end is so far away that you experience it as an infinite space. An endless lawn, greener than green. With coniferous trees and chickens and a rabbit. My senses breathe the verdant greenery and endless space as I never saw it before. There is oxygen, but as a five-year-old I don’t know that word yet. It feels like space to be completely there.
In the back of the garden (you don’t just walk, you run towards it) there is a swing hanging from a tree. I carefully sit on it and then I am gently pushed. Just for one day I’m not an only child. Everyone is happy, that’s what the green does. It’s Sunday and aunt is making macaroni. The adults sit on wicker chairs and talk. The garden is outside and that’s where I am. Although I am more of the ‘inside’ and not a mover. Yet I am in the large garden and I enjoy harmonious greenery, I am connected to the earth and to the sky through the swing. It is Sunday. The day when the garden, the sky, the earth open to me. Not for myself, but for a greater little me.
I remember how the tree blew oxygen through the swing across the lawn. Oxygen in the many ferns that grew greener than green towards the light. Oxygen in Sunday. Oxygen in the macaroni. Oxygen in the children who couldn’t stop swinging and pushing the swing higher and higher with me on it. It felt like “space”.
What still came to mind is how a forest of wicker chairs lived and creaked when the macaroni was eaten and everyone had disappeared again. The chairs rocked, creaked and danced late into the night and no one was there to see.
I sat quietly in the backseat and stared contentedly at the stars.